20
toegepast. Het is uitermate belangrijk dat u ons de juiste
informatie verschaft over het toegepaste systeem, zodat wij
uw vloer daarop kunnen afstemmen.
WARMTEAFGIFTE
Hout staat bekend als een uitstekende thermische isolator.
Hierdoor zal een houten vloer ten opzichte van bijvoor-
beeld een stenen vloer niet koud aanvoelen. Door de goede
isolerende eigenschappen zal een houten vloer iets trager
opwarmen, maar houdt daarna de warmte wel weer langer
vast.
Moderne vloerverwarmingssystemen worden aan de on-
derkant van isolatie voorzien, zodat de warmte niet weg kan
vloeien. Voor een goede warmteafgifte dient de warmtege-
leidingweerstand (Rc-waarde) van het parket niet te hoog te
zijn. Deze Rc-waarde is afhankelijk van de samenstelling en
dikte van het parket. Deze dient bij voorkeur zo dun mogelijk
te zijn. Bij de warmwatersystemen is het direct verlijmen
van het parket het beste voor een goede warmteafgifte. Bij
elektrische systemen kan dat meestal niet en wordt de vloer
zwevend geplaatst.
Laat u voor de aanschaf van uw vloerverwarming altijd
voorlichten door een erkende installateur. Hij kan voor u een
rendementsberekening maken van de vloerverwarming in
combinatie met de door u gekozen parketvloer. Wij kunnen
u nader informeren over de gemiddelde RC-waarden van
diverse houten vloeren en onderlagen.
OPSTOOKPROTOCOL VÓÓR PLAATSEN PAR-
KETVLOER
Dit protocol geeft aan hoe u de afwerkvloer op het maximaal
toelaatbare restvochtpercentage krijgt. Voordat u de vloer-
verwarming opstart dient de afwerkvloer minimaal 28 dagen
oud te zijn. De eerste stookdag stelt u de watertemperatuur
in op 20˚C, vervolgens moet de watertemperatuur met 5˚C
per 24 uur verhoogd worden. Let er op dat de instroomtem-
peratuur van het water niet boven 45˚C uitkomt. Deze maxi-
male temperatuur minstens 24 uur per centimeter vloerdikte