7
Houtsoort
Groeigebied
Kleur
Werking in %
1
Hardheid
2
Jarrah
Australië
dieprood
2.9
870
Jatoba (Locus)
Zuid-Amerika
diep roodbruin
1.8
1.070
Kambala (Iroko)
Afrika
geelbruin
0.9
520
Kastanje tamme
Zuid-Europa
geel/lichtbruin
1.5
310
Kerouwing (Yang)
Z.O.-Azië
roodbruin
2.5
570
Kersen
Europa/N-Amerika
geel tot roodbruin
1.5
550
Lariks Russisch
N.O.-Europa/Siberië
geel tot roodbruin
2.1
370
Mahonie Sipo
Afrika
roodbruin
1.3
500
Maple Amerika Hard
Noord-Amerika
witgeel
2.2
650
Merbau
Maleisië, Indonesië
goud-roodbruin
1.0
700
Missanda (Tali)
Afrika
bruin
1.4
1.300
Muteneye
Afrika
bruin
2.1
1.050
Oregon Pine
Noord-Amerika
oranjebruin
2.2
310*
Padoek
Afrika
koraalrood
0.7
640
Panga Panga
Afrika
bruinzwart
1.5
740
Purperhart
Suriname/Guyana
paarsblauw
1.9
1.100
Robijnhout
Zuid-Amerika
geel/roze
± 2.0
± 500
Teak
Z.O.-Azië
goudbruin
1.1
430
Wengé
Afrika
bruinzwart
1.7
1.070
1.
Maximaal mogelijke werking** binnenshuis gedurende de verschillende seizoenen, wanneer geen maatregelen worden getroffen. Hout werkt
hoofdzakelijk in de breedte.
2.
Aantal kg. dat nodig is om in het hout een deuk van een bepaalde diepte te veroorzaken.
3.
Botanisch gezien een grassoort, wordt echter tot ‘hout’ verwerkt.
* Wordt bij veroudering harder.
** Uitgegaan is van ± 2 cm dik massief hout. Wanneer het hout wordt verzaagd tot dunner en smaller parket, zoals tapis of mozaïek, wordt de werking
aanzienlijk minder.